donderdag 14 maart 2013

32ste Nacht van de Poëzie



De Nacht is een zwerver

Tientallen dichters vullen in de nacht van 23 maart de futuristische ruimtes van het Utrechtse Media Plaza met hun poëzie. Onder andere Tom LanoyeLeonard Nolens en Charlotte Mutsaers treden op.

Traditiegetrouw is het weer gissen naar de line-up van de Nacht, die dichter voor dichter onthuld wordt door Ingmar Heytze en Ester Naomi Perquin. Op de site van de Nacht van de Poëzie zijn weliswaar alle deelnemende dichters te vinden, maar niet de volgorde waarin ze optreden. 

Blijven tot het einde van de Nacht
Wel bekend zijn de opening en afsluiting. Beide worden verzorgd door geprezen dichters die het tot Slampion hebben geschopt in het Poetry Slam-circuit. Als afsluitende dichter van de vorige editie zal Ellen Deckwitz om 20:00 uur de Nacht openen. De debutant van dit jaar, Kira Wuck sluit rond 3:00 uur af. Daartussen is het zittenblijven. Je zal maar je favoriete dichter missen. Die is er ongetwijfeld, in totaal betreden 21 dichters het spierwitte hoofdpodium, dat voor één nacht tot 'Totaal witte kamer' gedoopt is – naar Gerrit Kouwenaars meest recente bundel. Jonge aanwas en oude rotten treden in deze rijke tombola op. 

Het palet is breed en er zijn veel laureaten, onder wie de nieuwe Dichter des Vaderlands, Anne Vegter en de gedoodverfde Nobelprijskandidaat Cees Nootenboom. De organisatie heeft het futuristische karakter van Media Plaza aangegrepen voor een vernieuwde programmering: er zijn muzikale optredens van Toon Tellegen met het Van Binsbergen Wisselend Toonkwintet en Tjitske Jansen met Jasper Le Clercq in het kleurrijke regenboogauditorium. Ook is er een poëtisch universum van Tonnus Oosterhoff en een skypesessie met Leo Vroman, woonachtig in Detroit.

De Nacht is een zwerver
De trouwe bezoeker zal bij het vernemen van de huidige locatie waarschijnlijk niet de handen juichend naar het zenit heffen. Al sinds het afscheid van Anneke van Dijk (wel de 'moeder van de Nacht' genoemd) in 2007 en de verbouwing van het muziekcentrum Vredenburg heeft de Nacht het moeilijk. Ervaring ontbrak, Vredenburg wilde meer geld voor de organisatie van de Nacht en liet in 2009 weten tot de oplevering van het Muziekpaleis er helemaal mee op te houden. Na protest kwam Vredenburg daar gelukkig op terug, maar de Nacht is niet meer wat hij geweest is. 

Sinds de verbouwing van Vredenburg leidt het festival een zwervend bestaan. De Rode Doos in Leidsche Rijn en de Stadsschouwburg boden onderdak, maar geen locatie kon tippen aan de passende leest van de sinds 1980 oorspronkelijke locatie. Ook werd het oorspronkelijke aantal dichters (twintig à dertig) kortstondig teruggebracht tot twaalf. Naast de Nacht ontstond een vergelijkbaar Utrechts poëziefestival, het zeer goed bezochte Huis van de Poëzie. Beide festivals hebben inmiddels onderdak bij het Literatuurhuis – waarin ook het Poëziecircus en de SLAU zijn opgegaan. 

Bepaald geen kartonnen dak
Door de crises en door de krimpende subsidiegelden zijn twee vergelijkbare, kort op elkaar volgende festivals in dezelfde stad een overdaad, waarmee een tweede, meer pragmatische reden is gegeven tot het vernieuwde programma. De festivals zijn ineengeschoven. Hoe dan ook, de hoogmis van de poëzie lééft (weer) en is een van de mooiste literaire festivals van Nederland.

Gepubliceerd op 8WEEKLY

maandag 4 maart 2013

Vladimir Majakovski - Voor de stem

Kameraden! Op de barricaden!


De facsimile van Majakovski en Lissitszy's opruiende Voor de stem (1923) is niet alleen een bijzondere uitgave, maar de publicatie ervan zegt ook iets over deze tijd.


De vertaling, die met twee naschriften vergezeld gaat, geeft een interessant beeld van de tijdgeest van de vroege Sovjettijd en een mooi beeld van een 'constructeur' en een dichter.

In plaats van een wiegelied


De schrijver/kunstenaar Vladimir Majakovski (1893-1930) is dé dichterlijke stem van het revolutionaire Rusland. Hij pleitte voor een communistisch Rusland, en plaatste in zijn gedichten de staat boven het individu. Dweepzuchtig in zijn vroege werk, ingetogener halverwege zijn carrière (hij was verliefd op de vrouw van zijn inspirator), iets cynischer zijn late werk – en allengs sluipt er in zijn werk wat kritiek op het socialistische systeem. Maar het hem typerende grove taalgebruik blijft alomtegenwoordig. Dat was een bewuste keuze, blijkt uit het uitgebreide essay 'Hoe maak je verzen' (1926), dat is opgenomen in Werken uit de Russische bibliotheek van Van Oorschot: 'Meteen het volle burgerrecht geven aan de nieuwe taal: de kreet in plaats van het melos, tromgeroffel in plaats van het wiegelied.'


Men duidt Majakovski als 'cubofuturist' omdat zijn principes nauw verwant zijn aan het kubisme. Hij deelde de futuristische idee dat het woord breder is dan zijn betekenis. Veel futuristen experimenteerden met Zaoum, een fonetisch taalgebruik dat associaties moest oproepen waaruit nieuwe betekenissen konden ontstaan, al maakt Majakovski daar maar weinig gebruik van. Ook werden andere kunstuitingen gebruikt om de betekenis van taal te beïnvloeden. Veel futuristen lithografeerden hun bundels en soms ontstonden grafische meesterwerkjes zoals dat van Voor de stem.

Constructor, geen illustrator
Tijdens een bezoek aan Berlijn vanwege een gezamenlijke tentoonstelling met Chagall, Malevitsj, Kandinsky en Rodtsjenko van Die Erste Russische Kunstausstellung, kwam Majakovski de grafisch kunstenaar El Lissitzky (1890-1941) tegen. Lissitzky was naar de Duitse hoofdstad gestuurd om de banden te herstellen met de vertegenwoordigers van de Europese cultuur. Majakovski had al langer het idee om zijn voordrachtsgedichten uit te geven, iets wat de staatsuitgeverij weigerde. De luwte van de Duitse hoofdstad bood hem daartoe wel de gelegenheid.

Na publicatie van het futuristische drukwerkje Voor de stem met gedichten van Majakovski brachten Lissitzky in één klap grote roem. Als kunstenaar was hij geen illustrator, maar een constructeur, een soort coauteur. Lissitzky maakte uitsluitend gebruik van materiaal dat voorradig was bij de kleine Duitse drukker waar de bundel werd gedrukt. 'Precies zoals de dichter in zijn gedicht concept en geluid verenigt, heb ik geprobeerd een zelfde soort eenheid te creëren door typografie te gebruiken.' Nota bene: het is Lissitzky die het begrip typografie uitvond.

Voor men met een geweer op u schiet, houd op!
Het boekje is vormgegeven als een telefoon- of adressengidsje. Aan de buitenzijde van het papier zitten tabjes, die met symbolen verwijzen naar de gedichten. Zodoende zijn die snel terug te vinden. Elk gedicht wordt voorafgegaan door een soms wat suprematistisch aandoende afbeelding, die in rode en zwarte zetletters, leestekens en symbolen is uitgevoerd. Er zijn ook enkele figuratieve werken, waarvan de meest herkenbare een driemaster uitbeeldt die een grote rode vlag voert en toepasselijkerwijs voorafgaat aan een gedicht dat 'Linkse mars voor matrozen' heet.

In de meeste gedichten wordt de Sovjetstaat gevierd en het kapitalisme gehekeld. Die gedichten zijn ronduit moralistisch. Zag Majakovski zich als de uitgelezen mond waaruit het rode woord gehoord moest worden? Het lijkt er wel op:


Kameraden!
Op de barricaden!
De barricaden van hart en verstand.
Slechts hij is een echte communist
die alle bruggen achter zich verbrandt.

Zo zeggen ze het dus niet alleen in B-films. Zie ook het onderstaande fragment uit een eveneens aan kunstenaars gericht gedicht:

Ik zeg
u –
of ik nu geniaal ben of niet,
nu ik met onzin ben gestopt
en van mijn werk bij Rosta geniet
ik zeg u –
voor men met een geweer op u schiet,
Houd op!

Een timbre voor de Dichter des Vaderlands?
Afgezien van de historische en grafische aspecten kun je afvragen wat de relevantie van een dergelijke publicatie is. Waarom roert Majakovski zich weer? Europa is in crisis: alles wordt duurder en kloof tussen de middelman en de grootkapitalisten groter. Misschien is er wel een taak weggelegd voor de huidige Dichter des Vaderlands, om het volk zijn stem terug te geven. Ook al is het communisme nachtmerrie gebleken, aan Majakovski's opruiende taal is nog een puntje te zuigen.


Gepubliceerd op 8WEEKLY.

Dirkje Kuik - 45 gedichten

De medicijnfles korporaal


Ruim vier jaar na het overlijden van graficus, illustrator en schrijver Dirkje Kuik, verscheen eind vorig jaar een heruitgave van 45 gedichten. De gedichten schuren, maar zijn goede gezellen. 

Het is met auteurs die al enige tijd onterecht onder de zoden van de aandacht zijn weggezonken waarschijnlijk zo dat een acute en met enige forte uitgevoerde reanimatie te laat komt. De overledene komt nog een keer omhoog, van bleek naar blauw verschietend, om onder het aanzien van enkele ledige ogen weer in het stof der vergetelheid te zinken.

Dirkje Kuik (Stichting Dirkje Kuik)
Dirkje Kuik (Stichting Dirkje Kuik)
Een achterwaartse vooruitloper
Nee, wellicht is het beter zijn verzen mondjesmaat ter perse te dragen en de bekendheid onder de gelederen op zachte wijze wakker te strelen. Nog voor het overlijden van Dirkje Kuik in 2008 heeft uitgeverij De Hooiwagen van Stichting Dirkje Kuik dit proces in werking gezet met veelal bibliofiele uitgaven die soms van Kuiks etsen vergezeld gingen. Deze heruitgave van 45 gedichten is ongewijzigd, zij het dat op het voorplat van het origineel nog de naam William D. Kuik staat. Enkele jaren na publicatie zou met een geslachtsverandering de naam in Dirkje veranderen.

Hoewel 45 gedichten vanaf de publicatie in 1969 steeds een actuele bundel is gebleven, kent hij een achterwaartse oriëntatie. Kuik schuwt niet om archaïsmen te gebruiken, en lonkt naar verleden en ouderdom. Ze bezingt het verval – een belangrijk thema in haar werk. In een interview in De Volkskrant van 21 februari 1970 zegt de toen nog William hetende Kuik: 'Ik heb de neiging een gebouw tot een ruïne te maken. Maar ik laat altijd iets groeien uit het afval. (…) De begroeiing toont het optimisme: ik heb plezier in verval.' Eigenzinnig is haar werk wel. In een gedicht met twee eindnoten loopt Kuik vooruit op de poëzie Tonnus Oosterhoff, een van de meest innovatieve dichters van dit moment.

Kaartende heren
Wie ooit in het Museum Dirkje Kuik is geweest, zal het idee hebben met de gedichten Kuiks leefwereld binnen te gaan. Wie de bundel openslaat, gaat een rommelige kamer binnen vol bijzondere objecten. Kijk je naar rechts: gedroogde bloemen, een met publicaties en kranten bedekt bijzettafeltje, een asbak, boeken, een schedel. Kijk je naar links:

Nature Morte

Stil eenzelvig oerwoud
voor het bijziend oog.
Verdorde pluimen reizen uit het vuilig
water van het glas.
Terzijde wacht het peloton.
Drie uien, walmlamp, bokking een afgerond bederf,
de resten van een winterjan,
de medicijnfles korporaal.
Een ereprijs in olieverf
van stoffig leven.

Buiten is het graag winter 'als het ijs gemeen blauw ziet, / de wind een feestneus maakt'. Of op zijn minst een late herfst, bijvoorbeeld wanneer een protagonist het door de wind opgejaagde blad ziet en over straat loopt terwijl hij aan de bomen, 'kaartende heren', denkt. Een warm gevoel voor humor kan de dichter(es) niet worden ontzegd.

Dvd
Hoe lang Dirkje nog in ons midden is, is afhankelijk van de inzet van Stichting Dirkje Kuik. Die inzet is vooralsnog tomeloos, zij het ietwat in de luwte van de aandacht van de boekhandel, critici en lezers. Maar er is een trouwe kring van liefhebbers en bewonderaars. Zie daarvoor bijvoorbeeld de met de bundel meegeleverde dvd (die overigens ook op YouTube staat) onder regie van scenarioschrijver Hans Heesen, geproduceerd door hemzelf en dichteres en fotografe Nadine Ancher. Erop staan vijfenveertig dichters, zangers en tekstkunstenaars die vanuit hun liefde voor Kuiks werk haar gedichten hebben voorgedragen.

De opnames vonden veelal plaats in Kuiks huis of op voor haar belangrijke plekken. Voor elk van de voordragers hebben de producenten een voor hen toepasselijk gedicht geselecteerd. Zo wordt niet alleen Kuiks poëzie verlevendigd, maar proeft een goede verstaander eveneens iets van de ziel van de voordagers. Onder hen zie en hoor je naast Gerrit Komrij, Herman van Veen, Charlotte Mutsaers en Esther Jansma, ook minder gepubliceerde dichters, onder wie ondergetekende.

Gepubliceerd op 8WEEKLY.