vrijdag 24 februari 2012

Peter Ghyssaert - Ezelskaakbeen

Groen glanzende tuinen vol taaie sinaasappelbomen



De VSB Poëzieprijs 2012 ging nipt aan Peter Ghyssaert voorbij; met Ezelskaakbeen legde hij bijna een gouden ei. 

Laat je blik over het openingsgedicht 'De strijkstok' schuiven en je vermoeden is bevestigd: muziek is nog altijd een prominent thema in Ghyssaerts werk. Wel is Ezelskaakbeen compacter dan zijn eerdere werk. Waar Cameo (1993) bijvoorbeeld haast een tuin is waarin je bijna als een kind van steen naar steen langs de verzen springt (een pad gelegd langs onder andere het prachtige gedicht 'De vijver'), zo waan je je in Ezelskaakbeen meer een vorsende botanist. Als je de gedichten van dichtbij beziet, groeien ze tot bijzondere soorten.

Exoten
Kleine lichamen (2005) in zijn oeuvre plantte –  maar ook exoten. De meest in het oog springende is 'De koningtabel', een gedicht vol namen van Britse vorsten en hun regeringsperioden. Het begin daarvan lijkt een spore van de poëzie van Borges, die natuurlijk nergens in diens werk voorkomt.

De koningtabel

Creoda of Crida: koning van 585 tot 593;
Pybba: koning van 593 tot 606;
Ceorl: koning van 606 tot 626;
Penda: koning van 626 tot 655;
    mogelijk een gedeeld koningschap; gevallen op het slagveld.Eowa: koning van 635 tot 642;
    co-heerser en mogelijke rivaal.Peada: koning van 635 tot 656;
    vermoord. Peada was onderkoning van Midden-Anglia    en gedurende een korte periode onderkoning van Zuid-Mercia    na 655.Wulfhere: koning van 658 tot 675;
Athelred: koning van 675 tot 704;
    troonafstand: trok zich in een klooster terug.Cenred: koning van 704 tot 709;
    troonafstand: ging als monnik naar Rome.
Ceolred: koning van 709 tot 716;
    krankzinnig gestorven; mogelijk vergiftigd. Het is

een mooie ochtend, zeldzaam helder voor deze contreien;
heuvels liggen koud en afgevlagd aan de horizon; er is
een stilte om van te genieten of
te betwijfelen.

Ik ben mijn naam vergeten; elke letter
kan de eerste letter zijn.

Iemand die net als ik zijn naam kwijt is
zal straks het bassin met parelgrijze verf omverkieperen.

Maar nu staat hij in dezelfde stilte
te genieten of te twijfelen.

Bijzonder sensitief is de volta aan het einde van de koningtabel die in het gedicht is opgenomen. Mogelijk komt dit door de perspectivische verandering: na een algemene opsomming is hier plotseling een anonieme mens aan het woord. De laatste strofen van het gedicht zijn dan ook typische Ghyssaert-strofen, want ook de stilte, de vergetelheid en de eindigheid hebben een plek in het gedicht. Bij Borges zouden die al gauw in het kader van de herinnering staan.


De broekspijp van een reus
Het gedicht 'Van de loper die per ongeluk in een baan om de zon terechtkwam' kan eveneens zijn aangewaaid. Het roept vluchtige associaties op met het ongebreideld fantasierijke Kosmikomische verhalen (1965) van Italo Calvino, al speelt het gedicht zich niet in het heelal af, maar in een alomvattende boomgaard.

Hij wilde niet, maar het gebeurde; de bocht
was veel te wijd, de broekspijp
van een reus.

Langs groen glanzende tuinen ging de weg, vol
taaie sinaasappelbomen.

Ook dit gedicht verwijst naar een aan een andere dichter ontsproten vers:

Lopende
viel hij in slaap, en slapend
liep hij langs de vruchten
en hun schil vol wonderlijke olie,

De strofe is niet te lezen zonder aan de opening van J.C. Bloems (zijn naar de natuur verwijzende naam is in deze weinig opmerkelijk) 'Insomnia' te denken. Ghyssaerts vers verleent zijn kracht aan een aantal mooie beelden, waarvan de wijde bocht die als een broekspijp van een reus wordt omschreven het meest in het oog springt.

Smakeloze avond
Een gouden ei is de bundel evenwel niet. Enerzijds bevat Ezelskaakbeen sterk beeldende, soms zelfs ontwrichtende gedichten en past de bundel gezien de thematiek binnen Ghyssaerts oeuvre, anderzijds heeft hij soms iets opgedofts. Dat komt door romantische frasen als 'verspilde pijn' en 'misbruikte tijd'. Ook draagt de neiging tot het vage daaraan bij. Neem 'De avond eindigt hier':

Nooit helemaal begrepen,
nooit volledig naakt, nooit gevuld,
maakt ruimte tussen de spaken
van een draaiend wiel
de avond goed

en doet iets aan een roerloze,
verfomfaaide, misbruikte tijd
– en gaat voorbij.

De smakeloze avond
eindigt hier, in nuchter,
exploderend licht

maar het wiel, dat de ruimte
met zich meegenomen heeft
naar het einde van de weg,
draait nog

en in het vergezicht
verzinnen we daarom een bocht
en verder niets.

De regel 'naar het einde van de weg' is én overbodig én te symbolisch en daarmee samenhangend, erg abstract. Het einde van het gedicht is evenwel ijzersterk. Daarmee is 'De avond eindigt hier' een aardig voorbeeld van Ghyssaerts bundel: vol sterke beelden en sensitieve verzen, maar evenmin verstoken van onkruid. Er had meer geschoffeld kunnen worden


Gepubliceerd op 8WEEKLY.

maandag 13 februari 2012

Etgar Keret (vert. Adriaan Krabbendam en Ruben Verhasselt) - Verrassing

Het verkeerde been

Met Verrassing brengt de Israëlische filmer, essayist en auteur Etgar Keret een sterke bundeling absurdistische verhalen, die je kan doen hikken van het lachen.

Je kunt beweren dat humor – een ruim woord voor de relativering van het alledaagse – het meest wezenlijke element is van literatuur. Hoe dan ook, deze vlag gaat zeker op bij Etgar Keret.

Zijn in een teef gereïncarneerde vrouw

Sinds zijn debuut Pizzeria Kamikaze is Keret opgeklommen tot een zeker meesterschap. De verhalen in Verrassing, sommige niet langer dan de zkv's van A.L. Snijders, bezitten vrijwel allemaal iets absurdistisch. Regelmatig wordt een vreemde gebeurtenis voor lief genomen of tot in het absurde doorgedacht, wat een proestlach bij je kan losmaken terwijl je zeg, in de trein zit te lezen. De coupé kijkt verbijsterd op terwijl je gegeneerd doet of het diegene naast je was.

Het verhaal 'De teef' zou dat kunnen veroorzaken. Het gaat over een man die in een trein zijn in een poedel geïncarneerde vrouw tegenkomt. In gedachten spreekt hij met haar over haar onnatuurlijke dood (hij blijkt haar in een reflex te hebben vermoord – wat zij hem vergeeft) en over hun inmiddels getrouwde dochter die nu in Marseille woont. Volgens de eigenaresse van de teef lijkt het beestje wérkelijk van de man te houden, iets wat in de tekst bijna tastbaar is.

Het verkeerde been van Keret

Het mooie van Kerets verhalen is dat hij je vaak op het verkeerde been zet. Zo opent het verhaal 'Goed begin' met Miron, een man die sinds hij door zijn vrouw verlaten is steeds op een andere plek in slaap valt. In dit vreemde gegeven schuilt op zich al een verhaal. Maar, hoewel het beeld zich hardnekkig in je grijze massa vastzet en je blijft vermoeden dat Keret erop terugkomt, besteedt hij er niet meer dan één regel aan.

Keret richt zich vervolgens op het ontbijt dat Miron elke morgen buitenshuis nuttigt. Daar schuift vanaf een zeker moment een reeks wildvreemden bij hem aan, op een manier alsof ze met hem hebben afgesproken. 'Luister, het spijt me dat ik zo laat ben', zegt de eerste, een zweterige dikke vent. 'Ik wil niet dat dit op een rechtszaak uitloopt', zegt een kale man met zware wenkbrauwen bij een volgende keer. 'Gabi vroeg me je te zeggen dat het hem spijt', zegt een ander personage daarop en weer een iemand anders klaagt tegen hem: 'in je e-mail klonk je langer'. Waarop Miron riposteert: 'in jouw e-mail klonk je minder kieskeurig'. 'Goed begin' gaat onder meer over eenzaamheid. Fabuleert Miron? Het maakt niet uit: de wetenschap dat de werkelijkheid anders is, kan de verhalen indringender maken.

Een sprekende goudvis

Absurdisme is een hardnekkig spel, dat niets aan lichtvoetigheid hoeft te verliezen. Dergelijk absurdistisch proza zagen we in onze eigen letteren relatief recentelijk nog in het iets extatischer Vogels met zwarte poten kun je niet vreten van A.J.H. Dautzenberg. En als de onbetwiste hoogvlieger van de twintigste eeuw kan J.M.A. Biesheuvel worden genoemd. Absurdisme is een dankbaar gegeven voor de literatuur. Het leidt vaak tot onverwachte, vermakelijke of schokkende verhalen.

Zoals het verhaal over een meisje dat alleen maar met mannen die Ilan heten naar bed gaat – iets wat Ilan, de protagonist van het verhaal helder wordt als het meisje met een naamgenoot van hem vreemdgaat. Of dat verhaal over een djinn in de gedaante van een sprekende goudvis. Of dat verhaal over een leugenland waarin je je leugens tegenkomt (die erg blij zijn je weer te zien). Voor wie dit absurdisme geen wilde vlucht hartenkloppen losmaakt, geen nood: ga eerst even na of het klopt en sla pas daarna een ander boek open. 



Gepubliceerd op 8WEEKLY.