vrijdag 21 november 2008

NBD/Biblionreeks - Een leven lang. Auteursportretten in woord en beeld: Gerrit Kouwenaar

EEN LEVEN LANG, EEN TREURZANG

Het meest recente deel uit de NBD/Biblionreeks Een leven lang. Auteursportretten in woord en beeld is gewijd aan de dichter Gerrit Kouwenaar. De twee cd's bieden een veelvoud aan interviews en recensies, een opsomming van primaire en secundaire literatuur, een biografische schets van Kouwenaars leven, wat foto's en een uittreksel van een van zijn romans.

Een leven lang verschaft veel informatie, maar helaas is die vrij onzorgvuldig samengesteld, geredigeerd en geprogrammeerd. De onzorgvuldige samenstelling blijkt ondermeer uit het opnemen van verschillende beschouwingen en rapportages onder het kopje 'interviews'. Ook lijkt de keuze voor het opgenomen materiaal onoverwogen. Zo volgt na een redelijk evenwichtige fotografische 'doorloop' van zijn leven een tweetal hobbyistische en weinig representatieve foto's van Kouwenaar die foto's uitzoekt voor deze NBD/Biblion-publicatie.

Achterhaald
Bovendien is bij de samenstelling niet aan de nabije toekomst gedacht. Een leven lang maakt geen vermelding van Kouwenaars sinds lang aangekondigde Vallende stilte (2008) noch van Gaston Franssens' uitmuntende studie: Gerrit Kouwenaar en de politiek van het lezen (2008). Hierdoor was Een leven lang al achterhaald voor het gepubliceerd werd. Dat er geen verantwoording is te vinden voor de selectie van het materiaal is meer dan typerend.

Bij het overnemen van teksten is het zeer ongebruikelijk dat teksten verbeterd of veranderd worden. Je zou er dus vanuit moeten gaan dat de redactie van NBD/Biblion secuur te werk is gegaan. Maar de cd-rom is dermate geplaagd door spel- en grammaticale fouten dat daar vraagtekens bij te zetten zijn. Deels door de ondoorzichtige opmaak kan het bovendien bij de interviews soms onduidelijk zijn wie nu aan het woord is: de interviewer of  Kouwenaar. Was dat dan ook al zo bij de originele teksten? Omdat deze allemaal uit landelijke dag- en weekbladen komen waarbij de tekstkwaliteit doorgaans hoog is, valt dit te betwijfelen.

Onhandig
De onhandige programmering blijkt uit het feit dat het op de cd-rom lastig surfen is, onder andere doordat er geen 'terug' of 'volgende'-toets is ingebouwd en een zoekfunctie ontbreekt. Daarnaast is het NBD/Biblion-programma niet op een klein venster te bekijken. Iets dat vreemd is, maar na navraag blijkt het samen te hangen met het copyright, om dezelfde reden heeft NBD/Biblion de teksten onkopieerbaar gemaakt. Op zich is dit begrijpelijk, maar het wordt de professional, die bijvoorbeeld op een wetenschappelijke wijze gebruik wil maken van de informatie, niet bepaald gemakkelijk gemaakt.

Dit alles is zeer te betreuren en is evenmin in het belang van Kouwenaar als literair-cultureel fenomeen. De wetenschap en de kritische beschouwing zijn er ook al niet bij gebaat. En uiteindelijk heeft NBD/Biblion er ook weinig belang bij. Het doel van de serie is toegang verschaffen tot het werk van een auteur, maar met deze uitgave zet NBD/Biblion de deur naar Kouwenaar maar voor een kwart open. En daardoor is het lastig binnenkomen.

Gepubliceerd op 8WEEKLY

maandag 17 november 2008

Willem Thies - Na de vlakte


ALLEDAAGS BEDRIEGLIJK


Waar vele dichters zich met hun dichterlijke taal wenden tot filosofische of talige kwesties, richt Willem Thies zich in Na de vlakte op de buitenwereld. De dichter is in zijn tweede bundel een fotograaf of filmer die bepaalde beelden of gebeurtenissen waarneemt, ongehinderd door vooronderstellingen.


Het onvoorspelbare taalgebruik waarmee Thies de indrukken uit de buitenwereld laat binnen komen is toegankelijk. Met enkele zinnen weet hij eenvoudig ogende beelden op te roepen, vergelijkbaar met bijvoorbeeld Robert Gray. Veelal zijn die beelden alledaagse taferelen, zoals in het gedicht 'Handelingen'. Terwijl een moeder de groeven van de stoeptegels schoonmaakt met een aardappelschilmesje en kookwater over een mierennest gooit, en terwijl een vader in de badkamer uit de damp opdoemt in de spiegel, ziet hun zoon 'in het gazon/ een groen leger lanspunten/ optrekkend tegen de wind'.

Alledaags en bedrieglijk eenvoudig, want er zit veel beweging in, zoals vaker voorkomt in Thies' gedichten. Ook het perspectief is interessant. Graspunten kunnen immers niet optrekken en al helemaal niet tegen de wind in: ze veren na elke windvlaag terug. Thies weet in dit gedicht bijzonder goed in de belevingswereld van de jongen te kruipen.
Soms is het thema van een gedicht minder afgebakend dan in 'Handelingen'. Bijvoorbeeld in 'Een schaduw van twijfel':

Een zonnebril scheidde
onze blikken. Een wolkje
bloed kringelde je wangen
rood toen ik tegenspraak
vermoedde. Schrijf je spijt
maar in je dagboek.

Dit gedicht werkt als een onverwachte mokerslag: terwijl je oren nog suizen, probeer je het 'wie, wat, waar en waarom' te reconstrueren. Meer dan een vaag vermoeden krijg je niet en tegelijk weet je precies wat gaande is. 'Een schaduw van twijfel' is zonder meer een van de sterkste gedichten uit de bundel. Mooi hoe het bloed kringelt, hoe de zonnebril de blikken scheidt. Hoe het lichte aspect van 'wolkje' scherp afsteekt tegen de beladen associaties die 'bloed' oproept, een onderscheid dat nog eens extra wordt aangezet door de eerste witregel.


Rafelige randjes
De bundel heeft echter enkele rafelige randjes. Waar de meeste gedichten scherp omlijnde beelden op je netvlies projecteren, wordt in de minder overtuigende soms een gedoubleerd beeld opgeroepen. Zo zie je in de eerste terzet van het gedicht 'Fremdkörper' bijvoorbeeld dit:

een hond achtervolgt een tractor
luid blaffend, oren plat in de nek,
over de volle lengte van een akker

In deze drie regels wordt te veel gezegd: als een hond luid blaffend, met zijn oren plat in zijn nek, ergens achteraan gaat, is hij aan het achtervolgen. Het door de beweging van de hond opgeroepen beeld is al uitgelegd voor het getoond wordt.
Ook ontkomen niet alle gedichten aan gemeenplaatsen. Het duidelijkste voorbeeld is het titelloze gedicht op bladzijde 41. Hoewel het sterk begint: 'Ik eet een mandarijn uit je hand/ Steel water uit je mond/ Kus je waar ik je navel vermoed', eindigt het gedicht op een ongemakkelijke manier: 'Ik wil je helemaal/ Met huid en haar/ Houd niets achter'. Je kunt betogen dat het oprecht is en gewaagd – wat het ongetwijfeld is – maar er blijft sprake van een cliché.

Ondanks dat Na de vlakte een paar van deze rafelige randjes heeft, overtuigt het overgrote deel van de gedichten door met weinig zinnen veel gevoel en (bewegend) beeld op te roepen. Dat is bewonderenswaardig en het geeft Willem Thies een bijzondere plaats in het Nederlandstalige literaire veld.

Gepubliceerd op 8WEEKLY