dinsdag 5 juni 2007


Gedichten eten

Mark Strand

LITERATUUR-LEZING 
In het Academiegebouw aan het Domplein organiseerde op 25 mei het SLAU in samenwerking met Uitgeverij De ArbeiderspersUniversiteit Utrecht en de Nederlandse Ambassade een zeer heugeniswaardige literaire avond rondom de publicatie van een bundeling vertaalde poëzie van de gelauwerde Amerikaanse dichter Mark Strand, die speciaal 'for the occasion' naar hartje Utrecht was getogen. Een dikbuikig programma vol voordrachten, anekdotes en zijpaden. 
tekst: Merijn Schipper | beeld: SLAU



In de Senaatszaal, die met portretten van inmiddels sinds lang ontslapen hoogleraren is bekleed, was geen stoel onbezet. Voor de schouw waarvandaan de koningin goedlachs over het projectiescherm op de gegadigden neerzag, zaten achter een rij tafels Mark Strand, de vertalers Esther Jansma en Wiljan van den Akker en dichteres Tjitske Jansen.

Gedichten eten, de titel van de bloemlezing, was de rode draad van de bijeenkomst. Een zeer ambitieus programma was het, dat zelfs enigszins moest worden ingekort. Niet alleen werd het boek gepresenteerd, ook werd een brug geslagen naar de hedendaage generatie dichters gerepresenteerd door Tjitske Jansen en werd iets verteld over hoe poëzie poëzie voortbrengt, hoe bijvoorbeeld Strand geïnspireerd werd door een gedicht van Carlos Drummond de Andrade, waarop Jansma weer een eigen versie schreef, waarbij overigens ook een aantal fragmenten vertoond werden van een film over de gedichten en het leven van de Braziliaanse dichter.

Toch, van een 'overkill' te spreken, zou schromelijk overdreven zijn. Niet alleen is de poëzie van Mark Strand onovertroffen, maar ook de vertaling leek te staan als een huis. In beide talen mooie woorden, ritmisch kloppend, muzikaliteit, humor. De bedrieglijke eenvoud van Strands poëzie heeft iets weergaloos.



Ook het carambol-effect van poëzie was boeiend. Een gedicht van De Andrade - dat op solide wijze in het Portugees werd voorgedragen door Michaël Stoker - gevolgd door de voordachten van Strand en Jansma van hun eigen, erop geïnspireerde gedichten, gaven op inzichtelijke wijze het doorleven weer van poëzie in poëzie, zonder dat het aan originaliteit hoeft in te boeten.

Om ervoor te zorgen dat de avond iets van frisheid zou behouden, grapte dichteres Jansma, was ervoor gekozen om een jonge dichteres erbij te betrekken die net zo klakkeloos de genreregels aan haar laars lapte als Strand. Haar voordracht was wervelend en daverend applaus galmde door de ruimte.

Zelfs de vragenronde was boeiend. Waar Strand zijn inspiratie vandaan haalde, hoe hij zijn gedichten schreef: "When I write, I want to get it right. Therefore I mistrust the first thing that comes onto the paper." Met een van zijn mooiste gedichten, 'My name', sloot de avond. "I thought when I wrote this one I hit something." Een avond om nog even bij te blijven hangen.

Eerder gepubliceerd op Sapsite